Welzijns- en armoedebeleid
“Een sociale gemeente geeft kansen aan iedereen.”
Van lokaal sociaal beleid naar sociaal lokaal beleid
We zijn ervan overtuigd dat de gemeente, zoals opgenomen in het nieuwe decreet ‘lokaal sociaal beleid’, een regisseursfunctie heeft en telkens in samenwerking met andere partners sterk moet inzetten op publieke zorg. Concreet uit zich dat in een sterk openbaar rustoord, een geïntegreerd breed onthaal, degelijke kinderopvang, maximale armoedebestrijding, aanpakken van de schuldindustrie, inzetten op sociale tewerkstelling, lokale preventie en gezondheidsbeleid waar de toegang tot gezonde maaltijden gegarandeerd is, gezondheidszorg, beleid voor personen met een handicap, open sociaal huis, holebi- en transgenderbeleid en natuurlijk een gemeente waar ieder recht heeft op een duurzame woning…
1. Een sterk openbaar woonzorgcentrum
We worden allemaal oud en de kans is groot dat we ook zorgbehoevend worden. In ons hoofdstuk over senioren pleiten we daarom voor een sterk openbaar woonzorgcentrum. Een oord waar de ligdagprijs gedrukt kan worden zodat die nooit uitstijgt boven het pensioen van de bewoner. Dat zal ook zijn invloed hebben op de andere rustoorden in onze gemeente. Natuurlijk weten we dat de bovenlokale overheid hiervoor de eerste stappen zal moeten zetten.
Bovendien willen we in de woonzorgcentra projecten opstarten die mogelijk niet onmiddellijk rendabel zijn, maar waarmee we de dienstverlening en de levenskwaliteit van de rustoordbewoners verbeteren. Dit doen we door op de sites verbinding te zoeken met andere doelgroepen, buurtgericht te werken en de wooneenheden kleinschaliger en huiselijker in te richten met aandacht voor voldoende buitenruimte. Een publiek rusthuis staat daarom uiteraard open voor iedereen, ongeacht geloof, afkomst, geslacht…
We zijn ons er ook ten volle van bewust dat tegen 2050 ondanks alle inspanningen er bedden te kort zullen zijn en dat het aantal mantelzorgers verder zal afnemen door de veranderende samenstelling van onze maatschappij. Daarom is het behoud en de uitbreiding van onze gemeentelijke thuisdiensten cruciaal. Dit doen we vanuit onze onafhankelijke gemeentelijke Welzijnsvereniging “De Zilveren Zwaan” waar de arbeidsvoorwaarden van ons zorgpersoneel gerespecteerd worden.
2. Onderlinge samenwerking met verschillende instanties en organisaties
We willen dat de gemeente zorgt voor een Geïntegreerd Breed Onthaal en dus nauw samenwerkt met de Diensten Maatschappelijk Werk van de ziekenfondsen, de Centrale voor Algemeen Welzijn en het OCMW. Niemand verdient het om van het kastje naar de muur gestuurd te worden.
Bovendien wensen wij optimaal samen te werken met organisaties en instanties die met hun ervaring in het werkveld mee kunnen werken aan een sterk sociaal beleid. Zonder volledigheid na te streven, denken we hier bijvoorbeeld aan o.a. vzw Den Draai en Geklap waar (kans)armen het woord nemen. We denken daarbij ook onder andere aan vzw Profo die werkt met maatschappelijk kwetsbare jongeren. Maar we denken ook dat het beleid rond wonen, juridische bijstand en schuldbemiddeling aan het netwerk moet toegevoegd worden.
We bieden cruciale partners een fysieke plek binnen onze gemeentelijke gebouwen zodat we verbindingen creëren tussen partners en de burgers een nabije dienstverlening bieden.
3. Bouwen aan kinderopvang en investeren in de toekomst
Heist-op-den-Berg heeft nood aan meer kinderopvangplaatsen. Ondanks de investeringen tijdens de voorbije legislatuur zitten we nog steeds onder het Vlaamse gemiddelde en behoren we tot die 36 gemeenten met het minst aantal opvangplaatsen. Daarom moet er in elke deelgemeente voldoende en betaalbaar aanbod zijn. Als gemeentebestuur willen we verder inzetten op het structureel overleg met alle aanbieders van kinderopvang en met individuele onthaalouders.
We zetten verder met al onze partners in op het Lokaal loket kinderopvang zodat we ouders vlot naar een opvangplaats kunnen leiden en we ijzersterke gegevens hebben om de Vlaamse overheid aan te zetten tot een verdere uitbreiding van flexibele inkomensgerelateerde opvangplaatsen.
De uitbreiding van het aantal plaatsen willen we op een vernieuwende manier realiseren en dit zonder taboes. Zo willen we een project starten waar zelfstandige opvangouders samen op een bepaalde locatie kinderopvang organiseren: een groepsopvang van samenwerkende onthaalouders. Onthaalouders hebben een apart sociaal statuut maar dat mag een samenwerking tussen hen en een erkende kinderopvang niet in de weg staan. Een samenwerking kan immers voor alle partijen voordelig zijn omdat zo een betere verhouding tussen werk en privéwoning gecreëerd kan worden en men mogelijk specifieke vereisten en kosten voor onthaal kan delen.
Daarnaast pleiten we voor een beter statuut voor zelfstandige onthaalouders en willen we de druk verlichten door minder kinderen per begeleider in te voeren. Zodat de zorg voor onze jongsten optimaal is en de werkdruk gereduceerd wordt.
Om zowel ouderenzorg als kinderopvang optimaal uit te bouwen willen we starten met een proefproject in een Woonzorgcentrum waar activiteiten worden uitgewerkt die zowel voor jong als oud een meerwaarde creëren. Op die manier halen we de schotten tussen jong en oud weg en creëren we meer “begankenis” in het WZC. Bovendien wordt daardoor de infrastructuur (bv. de keuken) van het WZC optimaal benut.
Ook de voor- en naschoolse kinderopvang moet geïntegreerd blijven in de scholen zelf zodat lokalen samen gebruikt kunnen worden en de integratie van vrijetijdsactiviteiten zoals muziek, tekenen en sport geen dode letter blijven.
We blijven eveneens inzetten op kinderopvang tijdens de schoolvakanties bij jeugd, sport en cultuurdiensten. We koppelen hier de Vrijetijdskaart aan zodat de opvang en activiteiten toegankelijk zijn voor elke doelgroep.
Het huis van het kind integreren we dan ook op de nieuwe site van het woonzorgcentrum, een plaats waar alle diensten die werken rond kind- en jeugdbeleid gebundeld worden.
4. Armoede aanpakken
Onze gemeente scoort op de meest recente stadsmonitor voor alle categorieën (ouderen, jongeren, kinderen, volwassenen, …) vrij goed op armoedebestrijding. Toch is er nog geen reden om te juichen. Het aantal behoeftigen stijgt zowel in Vlaanderen als in Heist-op-den-Berg jaarlijks. Zo is de kansarmoede in onze gemeente van 3,1% in 2009 gestegen naar 10% in 2024. Daarnaast geeft 12% van de gezinnen aan dat ze betalingsmoeilijkheden ondervinden. Daarbij zien we nog dat niet alle mensen die hulp nodig hebben, worden bereikt.
We zoeken daarom naar manieren om bv. met buddy’s de kansarmoede in Heist-op-den-Berg te verminderen. Mensen in kansarmoede zijn vaak mensen die vanwege persoonlijke problematieken niet de kans krijgen om uit de armoede te geraken.
Vzw Armen Tekort bewijst onder andere in Antwerpen dat armoede wel te bestrijden is. Het buddyproject koppelt kansarmen aan kansrijke vrijwilligers gecoacht door hulpverleners. Dit project is gericht op gelijkwaardigheid, eigenwaarde en sociale netwerkversterking.
We geloven dan ook dat het beter is om samen met deze mensen iets uit te werken
in plaats van het plan kant en klaar aan te bieden.
5. Kinderarmoede aanpakken
Meer en meer kinderen in Vlaanderen, maar ook in onze gemeente, groeien op in armoede. Dit is eigenlijk onaanvaardbaar. Daarom willen we kinderarmoede zo snel als mogelijk detecteren. We moeten samen met andere organisaties de mogelijke kinderarmoede onmiddellijk in kaart brengen. Met respect voor de privacy van de jonge ouders moet er, indien dat noodzakelijk is, hulp kunnen geboden worden. Dit kan met behulp van een vragenlijst of zelfs een persoonlijk bezoekje.
Daarenboven willen we kinderopvang stimuleren bij arme gezinnen, omdat ervaring leert dat kinderen die naar de opvang gaan, sneller cognitieve en sociale vaardigheden leren. We willen daarom kinderopvang voor kansarme kinderen 1 dag in de week gratis maken.
We willen absoluut GEEN lege brooddozen! Samen met de scholen willen we dit probleem in kaart brengen en oplossen. Dit kan onder andere door gezonde en duurzame maaltijden en/of warme soep op school beschikbaar te maken voor elk kind. Soepbedeling in onze basisscholen, maar ook in onze secundaire scholen, moet mogelijk gemaakt worden. Met ondersteuning van de Vlaamse overheid en de provincie die dezelfde doelstelling nastreven, moet onze gemeente i.s.m. sociale organisaties een goed draaiende soepbedeling uitwerken.
Niet alleen de kleinsten uit kansarme gezinnen moeten de aandacht krijgen die ze verdienen. We moeten evenzeer inzetten op het welzijn van onze jongeren die vaak geconfronteerd worden met diverse (financiële) beperkingen waardoor ze niet kunnen/mogen deelnemen aan het sociaal leven. Hierdoor raken ze vaak sociaal geïsoleerd waardoor het moeilijker en moeilijker wordt om uit de vicieuze cirkel van kansarmoede te geraken. Deze jongeren moeten we, nog voor ze in het sociaal isolement terechtkomen maar ook wanneer ze er al inzitten, zinvolle vrijetijdsactiviteiten aanbieden. Door deelname aan deze activiteiten leren ze op een andere manier omgaan met alle problemen waarmee ze te maken hebben in onze maatschappij. Kansengroepen op deze manier benaderen, werpt zijn vruchten af op latere leeftijd en dit zorgt voor een betere integratie in onze samenleving. Om dit doel te bereiken werken we nauw samen met jongerenorganisaties (zoals Arktos) die hier ervaring mee hebben en die in onze gemeente op vlak van integratie van allochtone jongeren i.s.m. met het OCMW al erg actief zijn en bijzonder positieve resultaten halen.
Speciale aandacht moet gaan naar NEET-jongeren (Not in education, employment or training). Dit zijn jongeren die buiten de registers van de werkloosheid vallen. Wij willen samen met VDAB bekijken hoe we deze jongeren terug kunnen integreren en leiden naar de arbeidsmarkt of een opleiding.
Om schooluitval te vermijden, kan voor oudercontacten op scholen trouwens iemand van de sociale dienst van de gemeente/OCMW worden afgevaardigd. We blijven ook met gemeentelijke ondersteuning inzetten dat jongeren die schoolmoe zijn een time-out kunnen krijgen bij organisaties als Arktos en Profo.
6. Armoede op een inclusieve manier aanpakken.
Het armoederisico bij eenoudergezinnen steeg in heel Europa, maar liefst 1 op 5 eenoudergezinnen heeft het risico om in armoede verzeild te geraken. Maatregelen om dit te bestrijden moeten vooral op Federaal en Vlaams niveau genomen worden. Wel moeten we ook in de gemeente kijken hoe we in de verschillende beleidsdomeinen ook kunnen bijdragen om hier de armoede aan te pakken.
Aandacht voor verdoken armoede. Mensen hebben schroom om naar hulpverlening te gaan. Kind & Gezin, leerkrachten, leiders/trainers bij (jeugd)verenigingen en ook dokters zijn meestal de eersten die armoede kunnen detecteren. We proberen hen te stimuleren om mensen door te verwijzen naar de sociale diensten van de gemeente.
Om mensen met weinig middelen toch te laten deelnemen aan sport- en culturele activiteiten willen we de vrijetijdskaart behouden. Toch zien we dat de vrijetijdskaart nog te weinig bekend is bij de doelgroep. Hier moeten we manieren uitwerken waardoor de participatie van mensen kan worden opgedreven. We moeten daarbij de drempel om deel te nemen zo laag houden. Digitaal inschrijven kan, maar er moeten steeds enkele plaatsen beschikbaar blijven aan de loketten.
In België leeft 1 op 5 gezinnen in energiearmoede. In een welvarend Vlaanderen is dit onaanvaardbaar! Daarom willen we inzetten op energiesnoeiers en het isoleren van woningen. Indien er toch problemen zijn met de betaling van de facturen dan dient de LAC (Lokaal Adviescommissie) alle maatregelen te nemen om te vermijden dat de elektriciteit wordt afgesloten. Wat ons naadloos brengt bij de schuldindustrie.
7. Schuldindustrie aanpakken
Wanneer mensen het moeilijk hebben, worden ze vaak nog verder in de miserie gedreven door de schuldindustrie. Ten gronde is het probleem dat zowel bij overheidsschuld als bij private organisaties de terug te betalen schuld soms met een factor 10 wordt vermenigvuldigd. Een ziekenhuisrekening van 49 euro, die uiteindelijk wordt verhoogd tot 250 euro door allerhande kosten voor de invordering, is helaas geen uitzondering.
Ook op gemeentelijk vlak moeten we in eigen boezem kijken en zijn bijsturingen nodig.
We willen daarom samen met een erkend deurwaarder een project opstarten om in alle discretie een overzicht te maken van de schulden en op basis daarvan een afbetalingsplan op te stellen. Mensen die zo in schuldbeheer komen, moeten dan beschermd worden tegen allerhande verhogingen. Bovendien willen we dat één deurwaarder alles beheert zodat de kosten van de verschillende deurwaarders worden uitgeschakeld.
Met de Heistse scholen willen we een overeenkomst maken dat zij geen incassobureaus zullen inzetten, maar samen met de aangestelde deurwaarder en de diensten voor schuldbemiddeling een oplossing zoeken.
8. Sociale Economie: recht op werk voor iedereen
Sociale economie is in wezen begeleide tewerkstelling voor mensen die het moeilijk hebben op de reguliere arbeidsmarkt omwille van allerlei oorzaken. Deze mensen kunnen echter nog een grote meerwaarde leveren voor en in onze gemeenschap. Denk maar aan de tewerkstelling in De Kringwinkel waar alleen sociale tewerkstelling mogelijk is.
We willen deze groep mensen een zinvolle tewerkstelling aanbieden waarbij sociale integratie belangrijk is. We doen dit door onder andere leefloners tijdelijke werkervaring aan te bieden in de reeds bestaande sociale projecten. Of door mensen die het verst van de arbeidsmarkt staan tewerk te stellen in het statuut arbeidszorg.
De meerwaarde die gecreëerd wordt, is zowel voor deze mensen als voor onze gemeente bijzonder groot. Denk maar aan de sociale integratie van deze mensen. Denk maar aan de mensen die vanuit OCMW worden toegeleid naar verschillende tewerkstellingsplaatsen in onze gemeenten zoals groendienst, keukendienst, onderhoud van Cambio-wagens, onderhoud van verkeersborden,…
Langdurig werkzoekenden die hoe langer hoe meer uit de boot vallen en bijzonder moeilijk opnieuw aan het werk geraken, moeten meer aandacht krijgen. Ze komen vaak omwille van deze afwezigheid niet meer aan de bak en doorgaans niet vanwege de oorzaak van hun langdurige afwezigheid. Langdurige afwezigheid zegt veel meer over iemands gezondheid dan over engagement en/of competenties. Wanneer een gezondheidsprobleem overwonnen is, moet maximale re-integratie mogelijk gemaakt worden.
Om deze sociale tewerkstelling te vrijwaren willen we de sociale economiebedrijven toegang geven tot de gemeentelijke lastenboeken zodat ze opdrachten kunnen uitvoeren voor onze gemeente waardoor beiden sterker kunnen worden. De sociale economie kan daardoor ook de gemeentediensten ondersteunen bij karweien op allerlei vlak. Sociale economie kan in onze gemeente een belangrijke ondersteunende rol spelen die vandaag te weinig wordt benut. Sociale economiebedrijven zijn immers specialisten in het begeleiden van werk. Daarvan moeten we als gemeente dankbaar gebruik van maken.
De reguliere en sociale economie zijn niet elkaars concurrenten. Ze zijn partners en het is aan de gemeente om de reguliere en sociale economie samen te brengen om zo een meerwaarde te creëren voor beide economische actoren, maar ook voor de gemeente en haar inwoners.
We pleiten hier vooral voor structurele projecten die een langdurig positief effect hebben op de tewerkstellingsgraad in Heist-op-den-Berg.
9. Wonen
Dak- en thuislozen hebben nood aan een stabiele woonsituatie: eerst een dak, dan de rest. Een eigen woning haalt hen uit de dagelijkse overlevingsmodus en biedt de mentale rust om vooruit te kijken. Vanuit die woonstabiliteit kan een intensieve begeleiding richting fysiek en mentaal herstel, sociale re-integratie en werk worden opgestart. Deze formule staat bekend als ‘Housing First’ en is enorm succesvol gebleken. Housing First heeft in België een zeer hoog succespercentage: 90% blijft gehuisvest na 2 jaar. Ook in Heist-op-den-Berg blijven we met de sociale partners zoals het CAW, OCMW en Woonschakel Berg & Nete inzetten om iedereen een waardige woning aan te bieden.
We pleiten dat het Sociaal objectief dat bepaald of een gemeente voldoet aan het quota sociale woning vaker wordt geëvalueerd want wanneer een gemeente dit quota heeft bereikt, kan er niet meer verder geïnvesteerd worden hoewel objectieve cijfers aantonen dat de woonnood door het toegenomen aantal inwoners stijgt.
Extra sociale woningen die verspreid zijn doorheen onze gemeente zorgen ervoor dat de druk op de private huurmarkt afneemt en dat hier betaalbare woningen beschikbaar zijn voor inwoners die een inkomen hebben boven het sociaal tarief maar toch niet genoeg spaargelden hebben om een woning aan te kopen.
De gemeente moet ook meer ruimte krijgen om kleinschalige projecten voor starters te voorzien. Deze woongelegenheden worden dan verhuurd aan mensen die net niet in aanmerking komen voor een sociale woning, maar niet op de reguliere huurmarkt terecht kunnen.
Binnen de nieuwe wetgeving waar er strenger wordt gekeken naar de spaargelden van huurders moet er een beperkte vrijstelling komen voor projecten die toegespitst zijn op senioren en mensen met een beperking zodat de gemeente binnen het sociaal stelsel deze projecten kan realiseren zonder dat de bewoners moeten vrezen om uit hun aangepaste woning gezet te worden omdat ze boven de spaarlimiet zitten. Natuurlijk betalen de bewoners een reguliere huurprijs wanneer hun inkomen dat toelaat.
De fusies van de woonmaatschappijen hebben een rem gezet op renovatie en nieuwbouwprojecten. Heel wat eigendommen die binnen onze gemeentegrenzen liggen (denk aan de sociale woningen in Booischot) kunnen pas in 2027 overkomen naar de nieuwe woonmaatschappij. Tot die tijd is het beheer in handen van de vorige maatschappij. Wij ijveren voor een versnelling van dit proces zodat het beheer en het onderhoud door ons kan uitgevoerd worden.
10. Gezondheidspreventie en mentaal welzijn.
We eisen dat het consultatiebureau van Kind & Gezin binnen onze gemeente aanwezig blijft zodat alle kinderen de nodige opvolging en vaccinaties krijgen.
De gemeente blijft inzetten op gezondheidspreventie zodat onze burgers de juiste informatie ter beschikking hebben.
De afname van het aantal huisartsen en geconventioneerde tandartsen is ook in onze gemeente voelbaar. We gaan voor een uitbreiding van de wijkgezondheidscentra zodat toegang tot basiszorg gegarandeerd blijft.
Een goede gezondheid begint bij de toegang tot gezonde producten en gevarieerde maaltijden. In Heist-op-den-Berg bieden we via De Sociale Kruidenier ook burgers die het minder breed hebben, de mogelijkheid om te kiezen voor voldoende groenten en fruit. Het aanbod willen we graag verder uitbreiden zodat niet enkel de bewoners van het centrum hier toegang toe hebben maar dat onze deelgemeenten ook bedeeld worden.
11 Integratie
Gepaste en doelgerichte integratie is onmisbaar voor (anderstalige) nieuwkomers in onze gemeente. We willen hen de juiste kansen en middelen aanreiken om mee te draaien in onze maatschappij en zich ten volle te ontplooien. Hiervoor is goede kennis van het Nederlands onmisbaar. Onze gemeente biedt momenteel laagdrempelige initiatieven aan om Nederlands te leren zoals onder andere de Babbelberg, dit is ook nodig aangezien 10, 5 % van onze inwoners een niet-Belgische achtergrond heeft. Deze bestaande projecten moeten dan ook verder worden gesteund en er moet ook gekeken worden naar een verdere uitbreiding van deze werking door een samenwerking met gespecialiseerde organisaties. Ook op de integratie van onze jongsten moet worden ingezet. Daarom willen we voorleessessies stimuleren zoals bijvoorbeeld de voorleesmomenten in de bib. Dit zorgt voor een beter taalbegrip en een betere taalontwikkeling en een uitbreiding van de woordenschat waardoor kinderen makkelijker sociaal contact kunnen leggen en beter in staat zijn de lessen te volgen.
12. LGBTQ en EDC
Het verenigingsleven is de plaats bij uitstek om met diversiteit te leren omgaan. Inclusieve diversiteit in verenigingen is het doel. Om dit te kunnen bereiken ondersteunen wij verenigingen voor etnisch-culturele minderheden, LGBTQI+ gemeenschap en mensen met een handicap. Deze verenigingen halen sommige groepen vaak uit hun sociaal isolement en fungeren als brugfunctie naar o.a. scholen en hulpdiensten.
Daarnaast willen we de uitbreiding van de EDC -kaart (European Disability Card) zodat er een evenwaardig voordelenpakket is voor mindervaliden naast de Vrijetijdskaart.
We versterken opleidingen voor politiediensten, ambtenaren en buurtwerkers over geweld en discriminatie tegen LGBTQI+-personen.